PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Pasgeboren nimfje
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Pasgeboren nimfje
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Jong vrouwtje
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Jong vrouwtje
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Jong mannetje
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Subadulte man
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Subadulte vrouw
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Subadulte vrouw, met groene tint
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Volwassen man
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Koppel
PSG 9 – Extatosoma tiaratum tiaratum – Eitjes
Algemene verzorgingsfiche
- Oorsprong: Zuidwesten van Australië en Nieuw-Guinea
- Voedsel: eucalyptus, braam, framboos, acacia, lijsterbes, Pyracantha, eik, hypericum, meidoorn, roos-achtigen, hazelaar,… Vrij polyfage soort met als hoofdvoer eucalyptus. (GEEN KLIMOP!)
- Grootte (zonder poten): mannetje 10 cm, vrouwtje: 13-16 cm
- Voortplanting: Seksueel en parthenogenetisch
- Incubatietijd eieren: 5 tot 6 maanden seksueel en 9 maanden tot 12 maanden parthenogenetisch!
- Zorg voor de eieren: De voortplanting is seksueel, maar zonder mannetjes kan de soort zich ook parthenogenetisch voortplanten. Het vrouwtje laat 2 tot 4 eieren per dag gewoon op de grond vallen. Vaak ook worden ze weggeslingerd en hoor je ze tegen de ruiten ketsen. De eieren variëren in kleur tussen vrijwel wit, crème en donkerbruin. Zelfs de eieren van een enkel wijfje kunnen in kleur verschillen. Hou de eieren op een tissue of sponsje. Laat ze niet uitdrogen, maar hou ze iets vochtig (ook niet te nat). Eens in de paar dagen de omgeving besproeien. De incubatietijd is 4 maanden bij 25°C, maar kan tot 12 maanden uitlopen voor parthenogenetisch geproduceerde eieren (waar ook alleen maar vrouwtjes uit komen). Het uitkomst percentage van seksueel geproduceerde eitjes is bijna acht op tien. Het uitkomst percentage van niet seksueel geproduceerde eitjes is veel lager.
- Verzorging en luchtvochtigheid: De jongen vervellen 6 of 7 keer in 4 tot 5 maanden. Het mannetje leeft dan nog 4 tot 5 maanden, het vrouwtje ongeveer een jaar. De jongen zijn heel beweeglijk en rennen soms minutenlang door je hok. De soort komt voor in het tropische regenwoud en gematigd regenwoud. De omgeving mag daarom vochtig zijn en matig tot redelijk warm (18-25°C), dat kan je bereiken door 1 keertje licht te sproeien met de plantenspuit in de avond. Probeer wel te vermijden dat er schimmel in je bak komt. Als je een aantal grote exemplaren zitten hebt dien je wel geregeld je bak te verversen!Qua voedsel lopen de meningen helemaal verdeeld. Sommigen zweren bij braam, anderen bij Eucalyptus. Probeer als je in de buurt een hazelaar staan hebt ook dit voedsel even uit. Ze zijn er verzot op! Ververs het voedsel vaak, het moet vers blijven, en neem maar aan dat een volwassen exemplaar makkelijk drie braamblaadjes per dag op eet. Verder kan kannibalisme optreden als de dieren een bak delen met andere soorten, vooral de poten van ramulus soorten zijn geliefd. Houdt deze soort dus bij voorkeur apart.
- Tijd tot volwassenheid: 4 tot 6 maanden
- Terrarium en ventilatie: Vermits het een grote soort is kan je best een terrarium voorzien van zo’n 50 cm hoog, die ook voldoende breed is. Een lichte ventilatie (één luchtstrip) tot veel ventilatie (meerdere luchtstrippen) mag.
- Interessante weetjes: Deze soort lijkt een beetje op een verdord blad wat deze soort maar al te graag gebruikt als camouflage. De mannetjes en de vrouwtjes lijken niet echt op elkaar, waardoor men lang dacht dat het over twee verschillende soorten ging. De mannetjes zijn slank, glad en gevleugeld, de vrouwtjes dik, stekelig en hebben slechts heel kleine vleugeltjes waar ze niet mee kunnen vliegen. Het vrouwtje van deze soort heeft op de kop een groepje stekeltjes zitten waaraan zij haar naam tiaratum heeft te danken. Het woord Tiarabetekent: kroon in 3 delen. Verder heeft het vrouwtje van deze soort een vrij stekelig lichaam, en een paar iets grotere stekels op de achterpoten waarmee ze belagers afschrikt door haar achterpootjes in de lucht te gooien en er mee te knijpen. Een ander afweermechanisme is het opkrullen van haar achterlichaam. Wanneer ze dit doet lijkt ze immers op een gevaarlijke schorpioen! Als laatste is er ook nog de geur die ze kan loslaten. Deze ruikt naar vanille. Nimfen lijken dan weer op mieren, en dit ook weer enkel en alleen om één ding: overleven! Je kan al vrij snel zien of het een mannetje is of een vrouwtje. Op bovenstaande foto’s zie je een vrouwtje van L3 die reeds vele stekeltjes heeft. Op de foto er naast een glad en iets slanker mannetje. Over het algemeen mag je ook stellen dat mannetjes heel wat donkerder zijn.De soort lijkt gevoelig te zijn voor inteelt. Probeer daarom steeds om eieren of mannetjes uit te wisselen met andere houders. Nimfen die voortkomen uit niet bevruchtte eitjes zijn een stuk zwakker (verliezen makkelijker pootjes, groeien minder snel, zijn kleiner en sterven sneller) Let hier zeker op als je deze soort wil aanschaffen!
- Moeilijkheidsgraad van 1 (makkelijk) tot 5 (zeer moeilijk): 2