PSG 84 – Oreophoetes peruana – Nimf
PSG 84 – Oreophoetes peruana – Nimf
PSG 84 – Oreophoetes peruana – Volwassen vrouw – Rode kleur variant
PSG 84 – Oreophoetes peruana – Volwassen man
PSG 84 – Oreophoetes peruana – Volwassen man
PSG 84 – Oreophoetes peruana – Paring
PSG 84 – Oreophoetes peruana – Eitjes
Algemene verzorgingsfiche
- Oorsprong: Hoger gelegen regenwouden in Peru en Ecuador
- Voedsel: Alle mogelijke soorten varen
- Grootte (zonder poten): mannetje 6 cm, vrouwtje 7 cm
- Voortplanting: Seksueel
- Incubatietijd eieren: 3-4 maanden
- Zorg voor de eieren: De vrouwtjes leggen twee tot vier eieren per dag. Net voor het vrouwtje haar eitje legt, krult ze haar achterlijf als een schorpioen, en vlak er na schiet het eitje met grote snelheid door de bak. Het beste is om de eitjes te laten liggen omdat ze zeer broos zijn, als je ze toch uitraapt dien je ze op watten, keukenpapier of een spons in een licht geventileerd en altijd vochtig bakje te leggen. Ze komen na 3 tot 4 maanden uit op kamertemperatuur.
- Verzorging en Terrarium: Jongen eten varen vanaf de geboorte. Probeer wel je bak zo proper mogelijk te houden en vooral schimmel vrij. Schimmel is namelijk dodelijk voor deze soort. Houd de takken vochtig, maar goed ook geventileerd. (ideaal is een ventilatiestrip onderaan en bovenaan in het terrarium) Sproei elke avond op de grond en licht op de varens zodat de diertjes kunnen drinken. Probeer er voor te zorgen dat de temperatuur niet te hoog in de kamer is, kamertemperatuur volstaat maar meer dan 25°C voor een lange periode levert gevaar op voor deze dieren. De jongen groeien in 5 maanden uit tot volwassen dieren. Ze vervellen bijna altijd ’s nachts of vroeg in de morgen, hangend aan een varenblad. Vrouwtjes worden 8 tot 10 maanden oud, mannetjes minder oud. Hou er niet te veel in een kleine ruimte, want anders krijg je kannibalisme en vreten ze elkaar aan.
- Tijd tot volwassenheid: 5 maanden
- Interessante weetjes: Een zeer mooie soort! Zijn levenswijze verschilt van de meeste takken. Veel mensen klagen altijd dat hun takken overdag nooit bewegen, wel, deze takken zijn wel actief overdag! Ze hebben zich dan ook aangepast aan het dagleven. De mannetjes bijvoorbeeld hebben een rode kleur, de vrouwtjes hebben gele of rode plekken, kleuren die in de natuur vooral willen zeggen dat ze giftig zijn. Ze zijn ook echt “giftig”want bij verstoring scheiden ze een witte, licht irriterende vloeistof af, die een beetje naar rubber ruikt. In cultuur gehouden dieren lijken te gewennen aan beetpakken. Ze zullen de stof steeds minder vaak afgeven. De stof is niet echt gevaarlijk maar toch best even handen wassen. De jongen lijken direct al op de volwassen dieren. Mannetjes zijn vanaf de zesde vervelling rood, met zwarte poten, en slanker dan de vrouwtjes. Jonge vrouwtjes zijn zwart met oranje-gele en witte lijnen en hebben een veel dikker achterlijf dan de mannelijke soortgenoten. Hier en daar duiken ook wel eens kleur varianten op, zoals je op de foto’s kan zien. (bijvoorbeeld: geel, groen, rood)De soort is relatief makkelijk te houden als je voor voldoende varens kan zorgen en ze kan houden in de juiste condities. In de winter is dit meestal een probleem. (varens zijn niet wintergroen en de luchtvochtigheid is plots een stuk lager waardoor ze slecht kunnen vervellen) Soms kan je wintervaste varens vinden, maar als dit niet lukt, kan je best een paar maanden voor de winter een varen gaan halen in de winkel. Deze tijdspanne zorgt er voor dat de varen zeker geen insecticide meer bevat. Anders heb je al die moeite voor niets gedaan. Is je voedsel nu toch op, en moet je nieuwe varen hebben kan ik je aanraden de varen goed te bekijken. Een varen die al poos in de winkel staat heeft meestal veel meer verdorde blaadjes onder aan de plant hangen. Je kan natuurlijk ook vragen of ze onbespoten varens hebben!Hoe herken je het geslacht van de nimfen? Bij nimfen vanaf de derde vervelling zie je aan de onderkant van hun achterlijf een ander patroon. Mannetjes hebben er enkel een zwart puntje, de vrouwtjes hebben er drie streepjes staan in de vorm van een Y
- Moeilijkheidsgraad van 1 (makkelijk) tot 5 (zeer moeilijk): 2,5