Opmerkingen bij deze soort
Makkelijke soort met mooie kleuren. Jongen zien fluo-groen, en hebben een geel streepje op de rug. De dikke vrouwtjes blijven groen, met zwarte stekeltjes achter de kop. Mannetjes zijn veel slanker, en worden glanzend donker groen tot zwart als ze volwassen zijn en hebben dan ook de typische rode ogen waardoor deze extra opvallen. Deze soort lijkt enorm op de Rhaphiderus spinigerus (psg 82) waar de mannetjes bruin zijn.
- Oorsprong: Mauritius eilanden
- Voedsel: Hypericum, Rododendron, Eucalyptus
- Grootte (zonder poten): mannetje 6-7 cm, vrouwtje 8-9 cm
- Voortplanting: seksueel
- Incubatietijd eieren: 4 tot 5 maanden
- Tijd tot volwassenheid: 3 tot 4 maanden
Algemene verzorging
Hou deze diertjes in een licht vochtige (een sproeibeurt elke avond), weinig tot matig geventileerde ruimte bij kamertemperatuur. Een temperatuur boven de 25° is te hoog omdat deze soort tropische bergstreken bewoont. Beter is van meer vrouwtjes te hebben dan mannetjes. Mannetjes hebben de neiging zich dagen lang vast te klampen aan hetzelfde vrouwtje wat voor uitputting kan zorgen, of zelfs problemen geeft bij het leggen van de eitjes. Mannetjes sterven sneller dan vrouwtjes die nog ongeveer 4 maand blijven leven.
Zorg voor de eieren
Het vrouwtje laat dagelijks ongeveer 2 tot 4 eitjes vallen op de bodem. Hou ze licht vochtig op keukenpapier. Veel eitjes komen uit, maar voorzie toch genoeg eitjes, want er is dikwijls in het eerste stadium nogal uitval.