Opmerkingen bij deze soort
Toch wel een zeer uitzonderlijke tak! Het vrouwtje heeft een “zijtak” op het achterlijf en op de kop en heeft lobben op de poten. Deze soort is speciaal door zijn verschillende vormen en kleuren (andere uitsteeksels op de kop of net geen, poten die andere vormen en kleuren aannemen, andere kleurenschakeringen, etc.) en is hiermee volledig aangepast aan de plek waar ze leven. Mannetjes zijn glad, en bezitten nergens stekels of lobben. Ze zijn dan ook meteen te herkennen na de eerste vervellingen. Dit is geen moeilijke tak om te houden.
- Oorsprong: Sabah
- Voedsel: Braamblad, roos, klimop, hazelnoot, framboos
- Grootte(zonder poten): mannetje 6-7 cm, vrouwtje ongeveer 8 cm
- Voortplanting:seksueel (parthenogentisch is ook mogelijk)
- Incubatietijd eieren: 2-3 maanden
- Tijd tot volwassenheid: 5-7 maanden
Algemene verzorging
De jongen groeien in 5-7 maanden op in een vochtige omgeving. (60-80% luchtvochtigheid.) Volwassen dieren leven langer dan 6 maanden. De soort kan gehouden worden tussen 18-26°, waardoor de ontwikkeling tot volwassenheid dus ook sterk kan verschillen met de opgegeven waarden. Soms is er een hogere sterfte waar te nemen in de beginstadia van de nimfen waar geen verklaring voor is.
Zorg voor de eieren
Slechts 1 ei per dag. Hou ze vochtig op een laagje keukenpapier en sproei ze een paar keer per week. Op kamertemperatuur moet je toch rekenen op 2-3 maanden. In een incubator op 25° ga je op minder dan 2 maanden soms al jongen hebben.