PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Nimfje
PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Nimfje
PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Volwassen vrouw
PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Volwassen vrouw
PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Volwassen vrouw
PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Volwassen man
PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Volwassen man
PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Volwassen man
PSG 12 – Anisomorpha buprestoides ‘ocala’ – Koppel
Vreemde paring met Anisomorpha buprestoides
Algemene verzorgingsfiche
- Oorsprong: Zuidoosten van de USA (Florida, South Carolina, Georgia, Alabama, Mississipi, Louisiana en Texas)
- Voedsel: Liguster, sering, wegbree (Plantago spp.), braam, eik, rododendron en hypericum. In natuurlijke omstandigheden zou deze soort een voorkeur hebben voor eik.
- Grootte (zonder poten): mannetje 4-5 cm, vrouwtje 6-8 cm
- Voortplanting: Seksueel
- Incubatietijd eieren: 3 à 4 maanden
- Zorg voor de eieren: De eitjes licht vochtig houden op een geschikt substraat. Volgens waarnemingen in de vrije natuur graven de vrouwtjes met hun voorpoten ondiepe kuiltjes in droog zand, waarin ze 8 à 10 eitjes deponeren. Vervolgens worden deze ook weer met zand toegedekt. In gevangenschap werd dit gedrag nooit waargenomen, ook als er zand voorzien werd in het terrarium. Ze laten hun eitjes dan gewoon op de grond vallen.
- Verzorging en huisvesting: De soort kan goed gehouden worden in een faunabox of niet al te groot terrarium. Omdat de natuurlijke habitat droog en zanderig is, zijn een vochtige ondergrond of vaak sproeien niet aangewezen.
- Tijd tot volwassenheid: 3 à 4 maanden
- Interessante weetjes: Mieke haar kweek beperkte zich tot de wit-zwarte kleurenvariant ‘ocala’ van Anisomorpha buprestoides, die benoemd en voor het eerst gekweekt werd door AT Dossey in de VS. De naam verwijst naar het Ocala National Forest in Florida, waar ze gevonden werden. Anisomorpha buprestoides komt voor in drie kleurenvarianten: bruin, oranje of wit, telkens met zwarte strepen.Het vermelden waard is het specifieke paargedrag van A. buprestoides. De volwassen mannetjes gebruiken hun cerci om het vrouwtje vast te houden bij de paring. Deze greep is zo stevig, dat een koppeltje niet uit elkaar kan gehaald worden zonder de dieren te kwetsen. Zo blijft de paring stand houden tot één van de twee sterft. Het kan gebeuren dat een volwassen mannetje reeds begint te paren met een subadulte vrouw om zeker te zijn van een partner, maar wanneer het vrouwtje verveld is, nog een tijdje gehecht blijft aan het lege omhulsel. Ook heb ik opgemerkt dat een mannetje zich vaak nog een hele tijd blijft vastklampen aan een ondertussen gestorven vrouwtje. Een volwassen mannetje dat geen partner van de eigen soort vindt, zal dit paargedrag veelal toepassen op een vrouwtje van een andere soort en ook dit vrouwtje zijn leven lang niet meer verlaten. (zie foto)Anisomorpha heeft ook een opmerkelijke verdedigingsstrategie. Ze spuit bij verstoring en/of gevaar een onaangenaam ruikende, melkachtige substantie vanuit klieren op de metathorax, 30 tot 40 cm ver naar de predator. Het vrouwtje kan tot 5 keer achter elkaar deze stof afscheiden en heeft daarna 1 à 2 weken nodig om haar voorraad weer aan te vullen. Het goedje bleek bij onderzoek zeer effectief te zijn om predatoren als mieren, kevers, muizen en vogels uit de buurt te houden. In 1962 reeds werd de chemische samenstelling van het secreet van Anisomorpha onderzocht, en vond men als hoofdcomponent de stof cyclopentanyl monoterpene dialdehyde, ook genoemd ‘anisomorphal’. Recenter onderzoek wees uit dat daarnaast ook peruphasmal en dolichodial deel uitmaken van de afweerstof. Deze kan irriterend werken op de slijmvliezen en indien ze in de ogen terecht komt, een branderige pijn en in zeer uitzonderlijke gevallen zelfs tijdelijke blindheid veroorzaken. Wees dus voorzichtig en zorg altijd voor voldoende afstand en bescherming bij het hanteren van de volwassen dieren.Gedrag: hyperactief bij verstoring (rennen alle kanten op), ook vaak actief overdag. Ze verschuilen zich vaak in kiertjes en hoeken en maken graag gebruik van stukken schors om achter of onder te kruipen.
- Moeilijkheidsgraad van 1 (makkelijk) tot 5 (zeer moeilijk): 3