PSG 111 – Eurycantha insularis coriacea

(Voorheen: Eurycantha insularis)

PSG 111 - Eurycantha insularis coriacea - Pasgeboren nimf

PSG 111 – Eurycantha insularis coriacea – Pasgeboren nimf

PSG 111 - Eurycantha insularis coriacea - Nimfen

PSG 111 – Eurycantha insularis coriacea – Nimfen

PSG 111 - Eurycantha insularis coriacea - Nimf in laatste vervelling

PSG 111 – Eurycantha insularis coriacea – Nimf in laatste vervelling

PSG 111 - Eurycantha insularis coriacea - Volwassen mannetje

PSG 111 – Eurycantha insularis coriacea – Volwassen mannetje

PSG 111 - Eurycantha insularis coriacea - Volwassen vrouwtje

PSG 111 – Eurycantha insularis coriacea – Volwassen vrouwtje

PSG 111 - Eurycantha insularis coriacea - Volwassen vrouwtje

PSG 111 – Eurycantha insularis coriacea – Volwassen vrouwtje

PSG 111 - Eurycantha insularis coriacea - Eitjes

PSG 111 – Eurycantha insularis coriacea – Eitjes

Opmerkingen bij deze soort

Grijsbruine Eurycantha soort die opvallend kleiner is dan andere Eurycantha’s. Jongen zijn donker van kleur met groene vlekken, worden lichter vanaf de eerste vervelling, en voor de laatste vervelling terug donkerder met zwarte pootjes. Mannetjes zijn makkelijker aan te pakken, ze hebben stekels, maar die ene grote op de achterpoten is een stuk kleiner dan bij de PSG 23. Deze soort is ook minder agressief. De vrouwtjes hebben vier paar groene stekels op de kop en nog vele op het lichaam. Je kan de geslachten herkennen vanaf de derde vervelling. Vanaf dan zie je bij vrouwtjes duidelijk de legboor verschijnen. Ook deze soort is alleen ’s nachts actief en slaapt overdag, verscholen onder bladeren, stenen, hout of boomschors etc. Soms zie je ook dat deze gewoon in de takken bijven zitten. Nimfen zijn wel beweeglijker dan de Eurycantha Calcarata (PSG 23). Deze soort heeft een levensverwachting van bijna 2 jaar.

  • Oorsprong: New Guinea
  • Voedsel: Bladeren van braam, eik, roos, framboos, hazelnoot, Rododendron .
  • Grootte (zonder poten): mannetje 7-8 cm, vrouwtje 11-13 cm
  • Voortplanting: seksueel (Parthenogenetisch is ook mogelijk.)
  • Incubatietijd eieren: 3-5 maanden
  • Tijd tot volwassenheid: ongeveer 4 maanden

Algemene verzorging

Deze tropische soort heeft een iets warmere omgeving nodig, (20 tot 25°C) maar kan wel gehouden worden op kamertemperatuur. Houd de bak vochtig door om de één of twee dagen een beetje water te sproeien. Er sterven dan vrijwel geen jongen. De hoofdvoeding van deze soort is braam, ze hebben niet meteen ander voedsel nodig, maar beetje experimenteren met eik en hazelnoot kan zeker geen kwaad. Ze drinken ook graag, dus je kan eventueel een laag schoteltje met water voorzien. Let er wel op dat ze niet verdrinken en dat het water proper blijft.
Vrouwtjes leggen de eieren in turf. Zorg dus voor een laagje turf op de bodem (3- 6 cm) of in een bakje apart. De vrouwtjes lijken een legcyclus te hebben. Eerst ongeveer 20 eitjes in een week en dan 15 dagen niets.

Zorg voor de eieren

De eieren zijn 7 mm lang en beige gekleurd. Ze komen na drie tot vijf maanden uit, maar soms kan het oplopen tot meer dan 9 maand voor ze uitkomen.