PSG 330 – Bacteria horni

PSG 330 - Bacteria horni - Pasgeboren nimf

PSG 330 – Bacteria horni – Pasgeboren nimf

PSG 330 - Bacteria horni - Nimf

PSG 330 – Bacteria horni – Nimf

PSG 330 - Bacteria horni - Subadulte vrouw

PSG 330 – Bacteria horni – Subadulte vrouw

PSG 330 - Bacteria horni - Subadulte vrouw

PSG 330 – Bacteria horni – Subadulte vrouw

PSG 330 - Bacteria horni - Volwassen man

PSG 330 – Bacteria horni – Volwassen man

PSG 330 - Bacteria horni - Volwassen man

PSG 330 – Bacteria horni – Volwassen man

PSG 330 - Bacteria horni - Volwassen man achterlijf

PSG 330 – Bacteria horni – Volwassen man achterlijf

PSG 330 - Bacteria horni - Volwassen vrouw

PSG 330 – Bacteria horni – Volwassen vrouw

PSG 330 - Bacteria horni - Volwassen vrouw

PSG 330 – Bacteria horni – Volwassen vrouw

PSG 330 - Bacteria horni - Volwassen vrouw

PSG 330 – Bacteria horni – Volwassen vrouw

PSG 330 - Bacteria horni - Volwassen koppel

PSG 330 – Bacteria horni – Volwassen koppel

PSG 330 - Bacteria horni - Sterke paardrang, man is gestorven in paringshouding

PSG 330 – Bacteria horni – Sterke paardrang, man is gestorven in paringshouding

PSG 330 - Bacteria horni - Sterke paardrang, man is gestorven in paringshouding

PSG 330 – Bacteria horni – Sterke paardrang, man is gestorven in paringshouding

PSG 330 - Bacteria horni - Eitjes

PSG 330 – Bacteria horni – Eitjes

Algemene verzorgingsfiche

  • Oorsprong: Oaxaca, Mexico
    De soort werd door Oscar Conle gevonden tijdens een reis door Mexico in 2009, daarna door hem gedetermineerd en in cultuur gebracht.
  • Voedsel: Braam, roos, framboos, eik, beuk, hazelaar… (polyfage soort, niet veeleisend).
  • Grootte (zonder poten): mannetje 9-10 cm , vrouwtje 15-20 cm
  • Voortplanting: Seksueel
  • Incubatietijd eieren: 5 à 6 maanden
  • Zorg voor de eieren: Eitjes worden massaal op de grond geslingerd en komen ook massaal uit.  Vlotte incubatie op willekeurig incubatiemateriaal (zand, keukenpapier, vermiculiet) of gewoon los in een ruim bakje (bij onvoldoende ruimte of teveel hinder van andere pasgeborenen kunnen de net uitgekomen nimfen soms onvoldoende uitgroeien tot normale proporties en houden daar een dwerggroei aan over (sterk verkorte thorax), die bijna altijd tot sterfte in het eerste stadium leidt).  Sproeien met mate of helemaal niet.
    Verzorging en huisvesting: Jonge nimfjes kunnen probleemloos gehouden worden in een faunabox.  Grotere nimfen en volwassen dieren doen het goed in een ruim terrarium of grote vlinderkooi.
    Houd de aantallen echter goed onder controle, want bij deze actieve en grote soort gaan teveel dieren elkaar snel hinderen.
    Een goede verluchting en veel ruimte zijn erg belangrijk.  Gewone kamertemperatuur en af en toe de bodem of de voedselplanten sproeien volstaat.  Het is een sterke soort die niet al te veel eisen stelt aan de omgeving.
  • Tijd tot volwassenheid:  ongeveer 4 maanden
  • Interessante weetjes: Onopvallende soort die het als overlevingsstrategie moet hebben van camouflage.
    Volwassen mannen zijn erg paarlustig, maar verlaten het uitverkoren vrouwtje vrijwel nooit.  Koppeltjes blijven dus gewoonlijk bij elkaar tot aan hun levenseinde, waarbij het mannetje voortdurend in paarhouding blijft, soms lange tijd nadat één van de 2 partners is gestorven.
    In één geval (in mijn eigen kweek) bleef een mannetje dagenlang na de dood van zijn vrouwtje aan haar vastgehecht.  Uiteindelijk heb ik ze van elkaar proberen te scheiden om het mannetje van de dood te redden: het kon immers geen voedsel meer opnemen omdat het zware vrouwtje levenloos op de bodem lag. In een ander geval bleef een mannetje na zijn dood zelfs wekenlang in paarhouding met zijn vrouwtje, tot het volledig rot was en afbrak. Maar zelfs dan bleef een stukje van het mannetje aan het vrouwtje vast zitten, zodat ze niet kon paren met andere mannetjes.  (zie foto’s) Dit zou erop kunnen wijzen dat mannen van deze soort door paarvorming voor het leven de overdracht van hun genen proberen veilig te stellen, wat vrij ongebruikelijk is bij wandelende takken en insecten in het algemeen.
  • Moeilijkheidsgraad van 1 (makkelijk) tot 5 (zeer moeilijk): 2