PSG 327 – Achrioptera manga – Nimf
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen vrouw
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen man
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen man
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen man
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen man
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen man
PSG 327 – Achrioptera manga – Volwassen man
PSG 327 – Achrioptera manga – Eitjes
PSG 327 – Achrioptera manga – Eitjes
PSG 327 – Achrioptera manga – Eitjes
Algemene verzorgingsfiche
- Oorsprong: De soort werd voor het eerst succesvol in kweek gebracht in 2008 door Frank Glaw (Duitsland). De huidige kweken stammen af van zijn vondst in 2007, in het noorden van Madagascar.
- Voedsel: Eik, salal (Gaultheria shallon), braam, framboos, eucalyptus.Achrioptera manga schijnt andere voedselvoorkeuren te vertonen bij verschillende kwekers en in verschillende ontwikkelingsstadia. De genoemde voedselplanten dus zoveel mogelijk uitproberen en combinaties variëren. De natuurlijke voedselplant is niet bekend.
- Grootte (zonder poten): mannetje 13-15 cm , vrouwtje 18–22 cm
- Voortplanting: Seksueel
- Incubatietijd eieren: 4 à 5 maanden
- Zorg voor de eieren: Kamertemperatuur voldoet, maar hogere temperaturen zouden hogere uitkomstpercentages opleveren. Vochtigheidsgraad op peil houden door geregeld, maar niet overmatig te sproeien.
- Verzorging en huisvesting: De jonge nimfjes kunnen best gehouden worden in een grote maat faunabox. Ze zijn erg actief en notoire ontsnappingsartiesten. Vaak wringen ze zich tot in de kleinste hoekjes en kantjes van het terrarium om een uitweg te vinden. Zorg dus voor een ‘escape proof’ terrarium en waak erover dat ze nergens klem kunnen raken, zoals bv tussen het vochtige keukenpapier en de bodem van het terrarium. Ze kunnen daar zover onder kruipen dat ze de uitgang niet meer vinden en er sterven.
- Oudere nimfen en volwassen dieren hebben een ruim terrarium nodig (ongeveer 40-50 cm breedte en diepte, 60-80 cm hoogte). Voldoende verluchting en eventueel extra luchtcirculatie zijn erg belangrijk! (Sommige kwekers gebruiken hiervoor een pc ventilator). Ook een kooi uit vliegengaas (genre flexarium, vlinderkooi) is voor de volwassen dieren een optie.
- Vochtigheidsgraad: Nimfjes hebben behoefte aan een redelijk vochtige, maar tevens goed verluchte omgeving. Sproei de nimfjes nooit rechtstreeks, maar houd de vochtigheidsgraad op peil door de ondergrond vochtig te houden. Oudere nimfen en volwassen dieren kunnen droger gehouden worden, op ongeveer 50-60% luchtvochtigheid.
- Temperatuur: kamertemperatuur rond 20°-22°C. Hogere temperaturen tot 28°C zouden bevorderlijk zijn voor groei en welzijn van deze soort.
- Licht: Volgens de ervaringen van heel wat kwekers wordt veel, (liefst dag)licht erg op prijs gesteld, voornamelijk door jonge nimfjes. Hun hyperactiviteit in het terrarium heeft vaak te maken met een zoektocht naar het lichtste plekje. Tip: zet ze in de buurt van een raam met ochtendzon.
- Tijd tot volwassenheid: 5 à 6 maanden (kan variëren naargelang temperatuur)
- Interessante weetjes: De mannen zijn na hun laatste vervelling aanvankelijk gewoon bruin. Pas na enkele dagen tot een tweetal weken verschijnt de prachtige felblauwe kleur die voor de volwassen mannen zo kenmerkend is en waardoor de soort in snel tempo alom bekend raakte en gekweekt werd. Volwassen vrouwen zijn beduidend minder fel gekleurd, maar bij nader toezien eveneens erg mooi, met rozige en blauwe pasteltinten bij kop en poten.
- Verdediging: De soort is gevleugeld, maar kan niet vliegen. De felrood gekleurde vleugels worden herhaaldelijk heftig gespreid om belagers af te schrikken. Daarbij wordt een krassend geluid geproduceerd. Ook zullen vooral de mannen je met hun flink gestekelde achterpoten in de ‘tang’ proberen te nemen. Mannen kunnen bij verstoring driftig tekeer gaan en zich plots op de grond laten vallen.
- Nimfensterfte treedt vaak op in de vroegste stadia, door te weinig licht, verluchting of teveel sproeien. Ook het juiste voedsel vinden is in de eerste stadia soms geen sinecuur. Sommige kwekers zweren bij braam, anderen bij eucalyptus of eik. Het is een kwestie van uitproberen, maar houd er rekening mee dat de voedselvoorkeur kan veranderen.
- Moeilijkheidsgraad van 1 (makkelijk) tot 5 (zeer moeilijk): 4